In de colleges Beeldcultuur [1] zijn we de afgelopen weken bezig geweest met de semiotiek, de wetenschap die de wereld probeert te begrijpen door interpretatie van de tekens om ons heen.
In mijn vorige blogberichten heb ik de theorie niet behandeld, omdat ik het boeiender vond om "tekens" uit mijn werkelijkheid aan de hand van de semiotische procedure te beschrijven. Voor een beter begrip van deze methode is de theoretische achtergrond echter onontbeerlijk. Daarom zal ik in dit metablogbericht mijn aantekeningen van de colleges verder uitwerken.
Feiten bestaan niet.
In college 4 moesten enkele studenten de voor het raam wapperende universiteitsvlag beschrijven. Ieder beschreef de vlag op een andere manier: de een legde de nadruk op de vorm, de ander op de kleur. Toch was het voor iedereen duidelijk welke vlag beschreven werd. Uit dit experiment blijkt dat het niet mogelijk is een feit rechtstreeks door te geven. Om feiten door te geven moet er gecommuniceerd worden. De woordkeus bepaalt daarbij het beeld dat gecreëerd wordt.
De wereld is een sociale constructie.
Omdat het niet mogelijk is een feit rechtstreeks door te geven, is het ook niet mogelijk om rechtstreeks kennis over de wereld te verkrijgen. Om kennis over verschijnselen te krijgen, moet eveneens gecommuniceerd worden. Die communicatie gebeurt d.m.v. tekens die betekenis geven aan het verschijnsel.. Door betekenis te vormen over een verschijnsel leer je het beter begrijpen.
Be-TEKEN-is
In het woord betekenis ligt het woord TEKEN besloten. De semiotiek is de wetenschap, die zich bezig houdt met tekens en de manier waarop zij betekenis krijgen [2]. De semiotiek onderzoekt alle consequenties van de betekenis. Feiten bestaan niet.
In college 4 moesten enkele studenten de voor het raam wapperende universiteitsvlag beschrijven. Ieder beschreef de vlag op een andere manier: de een legde de nadruk op de vorm, de ander op de kleur. Toch was het voor iedereen duidelijk welke vlag beschreven werd. Uit dit experiment blijkt dat het niet mogelijk is een feit rechtstreeks door te geven. Om feiten door te geven moet er gecommuniceerd worden. De woordkeus bepaalt daarbij het beeld dat gecreëerd wordt.
De wereld is een sociale constructie.
Omdat het niet mogelijk is een feit rechtstreeks door te geven, is het ook niet mogelijk om rechtstreeks kennis over de wereld te verkrijgen. Om kennis over verschijnselen te krijgen, moet eveneens gecommuniceerd worden. Die communicatie gebeurt d.m.v. tekens die betekenis geven aan het verschijnsel.. Door betekenis te vormen over een verschijnsel leer je het beter begrijpen.
Be-TEKEN-is
C.S. Peirce definieert het als volgt:
De betekenis van een concept wordt bepaald door de optelsom van alle voorstelbare consequenties die noodzakelijk volgen uit het desbetreffende concept. Hij ontwikkelde de semiotische driehoek (semiotic triangle) [3]
afb.2: semiotische driehoek bron: http://revues.unilim.fr/nas/document.php?id=3280 |
Maar wat is een teken?
Volgens Peirce moet onder een teken het volgende verstaan worden:
A sign is a [concrete] object (sign object) which, for somebody, stands for something (concrete or abstract).
- waarneembaar,
- verwijzen naar het afwezige en
- functioneren binnen een gemeenschap.
Vaak zijn we ons niet bewust van de tekens om ons heen (zie blogbericht 3: mela = apple = ????). Wanneer een gemeenschap tot overeenstemming gekomen is over de betekenis van een teken, wordt het ook als teken aanvaard. Een goed voorbeeld hiervan zijn de letters van het alfabet. Wie het Griekse alfabet niet kent, zal de volgende tekst niet kunnen ontcijferen: .
Ευριπίδη Μήδεια
Wie bepaalt de betekenis?
Binnen een gemeenschap moet bepaald worden, welk teken gebruikt wordt om het object te beschrijven. In de mechanistische samenleving werden afspraken over de betekenis gemaakt door de wetenschappers die op grond van hun kennis geacht werden hierover een uitspraak te kunnen doen. Op dit moment staat de autoriteit van de wetenschappers ter discussie. Kennis wordt immers ook doorgegeven via sociale media. Hiermee worden grotere groepen mensen bereikt: hoe groter de gemeenschap, des te groter het verspreidingsgebied waarbinnen de afspraken gelden.
De beschrijving van de wereld
Al sinds de Oudheid worstelen filosofen met de vraag hoe de wereld beschreven kan worden. Om structuur aan te brengen ontwikkelde Aristoteles de categorieën. In zijn Metafysica stelt hij dat een object, verschijnsel of situatie zodanig beschreven kan worden dat iedereen begrijpt waar het om gaat, als tien vragen naar de meest algemene kenmerken beantwoord kunnen worden:
afb.3: Aristoteles Bron: http://ims2012.mtt.org/en/node/184 |
substantie |
wat (essentie)
|
kwantiteit | hoe groot / hoeveel |
kwaliteit | wat voor (tijdelijke) eigenschappen |
relatie | verbonden met wat |
plaats | waar |
tijd | wanneer |
positie | in welke situatie |
conditie | wat zijn de omstandigheden |
actie | waarmee bezig |
affectie | wat ondergaand |
afb. 4: categorieën van Aristoteles
In zijn Kritik der reinen Vernunft groepeert Kant de categorieën in een viertal clusters [5]. C.S. Peirce brengt de categorieën terug tot drie mogelijke niveaus waarop de wereld beschreven kan worden.
Betekenisvol handelen volgens Peirce
Betekenisvorming geschiedt volgens Peirce op basis van drie verschillende niveaus:
Firstness
Dit is de wereld van de mogelijkheden, waaruit keuzes gemaakt kunnen worden
Secondness
Dit is de keuze, die uiteindelijk gemaakt wordtThirdness
Dit is de wereld van de wetmatigheden.
Wanneer telkens dezelfde keuze gemaakt wordt, is het effect van de handeling al tevoren bekend. Wetenschappers bestuderen het patroonmatig handelen. Voor hen wordt het interessant als van het patroon afgeweken wordt. Er wordt dan namelijk verwacht dat er actie ondernomen wordt. Meestal houdt dat in dat de gewoonte aangepast zal worden. Hierin zien we de opvatting van Peirces tijdgenoot Charles Darwin terug:
alleen de soort, die zich het beste kan aanpassen aan veranderende omstandigheden, overleeft.
De semiotische procedure
In de semiotische driehoek symboliseert de interpretant (= referent) het effect dat een teken heeft. Een teken kan een emotie oproepen, kennis opleveren of aanzetten tot handelen. Op het moment dat een aanzet tot handelen gegeven wordt, wordt de interpretant het teken in de semiotiek van de nieuwe handeling. Het vergaren van kennis is dus een dynamisch proces.
Existence -Reality
Ook dit past binnen de theorie van Peirce. Hij gebruikt namelijk twee termen om onze kennis over de wereld te beschrijven.
- existence - alles wat we weten en hebben ervaren. Dit onderdeel past zich telkens aan, wanneer de kennis zich uitbreidt
- reality - alles wat we weten en hebben ervaren EN alles wat we nog te weten zouden kunnen komen.
De relatie tussen teken en object:
In de semiotische driehoek verwijst het teken naar een afwezig object. De relatie tussen beide kan op drie verschillende manieren beschreven worden.
-
- Er wordt gesproken over een iconische relatie als er een overeenkomst is tussen het teken en het object. De beschouwer heeft een voorstelling van het afwezige. Om aan te tonen of iets lijkt op het object, moet je kennis hebben van de werkelijkheid (Existence).
- Bij de indexicale relatie is het van belang om aan te tonen, dat er een afwezig object bestaat waaraan het teken refereert: zonder het afwezige kan het teken niet bestaan. Op het moment dat je de relatie hebt vastgesteld, wordt het toegevoegd aan je kennis van de werkelijkheid (Existence).
- Tenslotte is er een symbolische relatie. Het teken wordt aan het object gekoppeld, omdat er afspraken over gemaakt zijn. Het gebruik van één bepaald teken voor één bepaald object berust op vanzelfsprekendheid en valt daarom binnen Peirces niveau van thirdness.
afb.5: woman with a flower (Picasso) bron: http://www.pablopicasso.org/woman-with-a-flower.jsp |
Tekens kunnen het beeld van de werkelijkheid beïnvloeden. In het hoofd van de beschouwer van de tekens kunnen zich de volgende processen afspelen:
1. re-presentatie - het beeld beïnvloedt de werkelijkheid niet
2. interactie - het beeld beïnvloedt de werkelijkheid
3. teken en beeld vallen samen: werkelijkheid is verdwenen
Bronnen:
De titel van dit bericht verwijst naar de eerste verhalenbundel van Marten Toonder, die door de Bezige Bij werd uitgebracht. Het is tevens de titel van de eerste avondvullende Nederlandse tekenfilm. http://www.imdb.com/title/tt0188404/
1. Driel, H. van (2012, september) hoorcolleges beeldcultuur 3 en 4. Tilburg : Tilburg University
2 Korsten, F.W. (2002). Lessen in literatuur. Nijmegen : Vantilt. P. 243
3. Schünemann, U. (n.d.) Semiotic triangle. St. John's (NL) : Memorial University of Newfoundland.
Gedownload van: http://www.cs.mun.ca/~ulf/two/l-sign.html
Gedownload van: http://www.cs.mun.ca/~ulf/two/l-sign.html
4. Apoplous, M. (2001) Euripides' Medea. In: Greek texts with translation.
Gedownload van: http://www.mikrosapoplous.gr/eyripedes/medea/medea0.html
Gedownload van: http://www.mikrosapoplous.gr/eyripedes/medea/medea0.html
5. Kant, I. (n.d.) Transcendental logic. In: Critique of pure reason.
Gedownload van: http://www.phil.pku.edu.cn/resguide/Kant/CPR/6.html#111
Gedownload van: http://www.phil.pku.edu.cn/resguide/Kant/CPR/6.html#111